Larissa en Imke ondanks valpartij naar Tokyo.
Na een jaar uitstel door corona is het nu toch echt bijna zover: op 26 augustus doen Larissa Klaassen en Imke Brommer op de Paralympische Spelen in Tokyo een gooi naar de gouden medaille op de tijdrit over 1 kilometer. ‘We willen de race van ons leven rijden’, blikt Larissa vooruit.
Eigenlijk is het een race tegen de klok. Sinds 2018 waren ze vol in training om hun ultieme doel te bereiken. Maar een val op de wielerbaan van Gent in 2019 had verstrekkende gevolgen voor Larissa. Ze leek er aanvankelijk met forse kneuzingen vanaf te komen, maar tijdens trainingen kreeg ze steeds meer last van evenwichtsklachten. De arts die haar onderzocht, constateerde een forse hersenschudding. Toen de klachten steeds heviger werden, besloot Larissa zich tot Brai3n te wenden, een medisch instituut in het Belgische Gent, gespecialiseerd in de werking van het brein. Specialisten daar vonden hersenbeschadigingen die haar klachten verklaarden.
Neurostimulatie.
Sindsdien heeft Larissa een intensieve behandeling ondergaan. ‘Ingewikkeld om uit te leggen. Heel lang heb ik allerlei problemen gehad, zoals slaapproblemen en stress. Neurostimulatie helpt me de hersengebieden die te hard werken af te remmen en de gebieden die te weinig doen te stimuleren. Dat moet me beter in balans brengen. Eigenlijk had ik nog een vervolgbehandeling moeten ondergaan, maar daar was geen tijd meer voor. En anders was het ten koste gegaan van de training. Ik ben blij met hoe het nu gaat. Zeven weken geleden had ik er nog weinig vertrouwen in. Maar ik ga vooruit en ook de vorm komt langzaam terug. Het jaar uitstel door corona is voor ons een geluk bij een ongeluk geweest.’
Trainingskamp.
Om in vorm te komen hebben Larissa en Imke hard getraind, zes dagen per week. ‘Op maandag en donderdag doen we krachttraining in het trainingscentrum op Papendal. Op dinsdag, woensdag en vrijdag fietsen we op de baan en zaterdag op de weg of thuis op de hometrainer. Zondag is rustdag.’ Lachend: ‘Dan doe ik de was en hangt al mijn wielerkleding aan de lijn.’
Samen met bondscoach Eelke van der Wal zijn ze vanaf 6 augustus op trainingskamp in Anadia in Portugal. ‘We zijn er al een paar keer geweest. Het is een mooie plek, met het hotel vlak bij de baan. Bij aankomst zitten we op twintig dagen voor de Spelen. We proberen daar de piek erop te zetten, zoals Eelke dat noemt. Heel gericht trainen: intensief maar minder, om uitgerust te raken.’
Naar Tokyo.
Op de 16 augustus keren ze terug in Nederland. ‘We slapen in een hotel bij Schiphol, want de dag erop vliegen we al naar Tokyo.’ Larissa ziet op tegen de lange reis, die door de hersenbeschadiging waarschijnlijk nog vermoeiender is dan anders. Ook is ze een beetje bang voor de onvermijdelijke jetlag. ‘Ik was liever een paar dagen eerder gegaan, om te kunnen acclimatiseren. Maar door de coronamaatregelen was dat niet mogelijk. Je mag maar een beperkte periode in Japan zijn. De hele situatie gaat sowieso wat ten koste van het Olympische gevoel, zoals ik dat in Rio de Janeiro wel heb ervaren. We zijn verplicht in onze bubbel te blijven. En de dag na onze laatste race moeten we alweer weg. Jammer, vooral voor Imke, die voor het eerst meedoet. De regels zijn heel streng. Houd je je er niet aan, dan volgen er sancties.’
Twee onderdelen.
Larissa en Imke komen in Tokyo twee keer aan de start. ‘Een tweede onderdeel is verplicht. We doen daarom ook mee aan de tijdrit over 3 kilometer. We trainen er niet op, dat gaat niet samen met de training voor ons hoofdonderdeel. De laatste keer dat ik 3 kilometer heb gereden was op het WK in Mexico in 2014.’ Na de vraag of ze zich kansloos acht, begint Larissa te lachen. ‘Als je start, heb je een kans. Maar we gaan er niet vanuit dat we ons plaatsen voor de volgende ronde.’
Ondanks alle tegenslagen en de strenge coronamaatregelen, benadrukt Larissa dat ze ‘ontzettend’ veel zin in het nieuwe avontuur hebben. ‘Imke en ik hebben een onwijs goede klik. We doen er alles aan om beter te worden en kunnen alles tegen elkaar zeggen, zonder dat de ander dat als kritiek beschouwt. We zijn ook constant aan het evalueren. Waar kan het beter?’
Goud of…?
Donderdag 26 augustus is ‘de’ dag, waarnaar ze al drie jaar uitkijken. ‘Ons onderdeel start om tien uur ’s ochtends. Het is in Nederland dan midden in de nacht, het tijdverschil met Japan is zeven uur.’ Hoewel ze als topsporters pur sang voor ‘het allerhoogste’ gaan en Larissa altijd heeft gezegd revanche te willen nemen voor de vorige Spelen – toen ze een zilveren medaille won in plaats van de gouden – is ze realistisch over hun kansen. ‘We gaan voor goud, maar je weet niet wat de rest doet. Bovendien heb je daar geen invloed op. Ons streven is daarom een persoonlijk record te rijden, mét het gevoel dat we alles eruit hebben gehaald wat erin zat. We willen de race van ons leven rijden. En dan zien we wel of dat genoeg is voor goud.’